In Nederland is een hittegolf een opeenvolging van in De Bilt minimaal 5 zomerse dagen (maximumtemperatuur 25,0 °C of hoger), waarvan er minimaal drie tropische dagen (maximumtemperatuur 30,0 °C of hoger) zijn.
Weerkundigen spreken van een straalstroom als de wind op 9 a 10 kilometer hoogte een gemiddelde snelheid heeft van meer dan 100 kilometer per uur (windkracht 11 of meer). Regelmatig bereikt een straalstroom hogere windsnelheden van soms zelfs meer dan 350 kilometer per uur.
Grote tegenstellingen in temperatuur in de atmosfeer liggen meestal ten grondslag aan onstuimig weer en het ontstaan van stormdepressies. Vandaar dat de zwaarste stormen meestal in de herfst of winter voorkomen.
Een polar low ontstaat wanneer een koude wind over de relatief warme zee strijkt. Vaak is dit arctische lucht met een temperatuur van -20 of -30 graden Celsius, die boven zeewater van 5 à 10 graden terecht komt.
Lagedrukgebieden ontstaan vaak op de scheiding van warme en vochtige lucht in het zuiden en koudere en drogere lucht in het noorden. In de overgangszone ontstaan kleine golfjes in de lucht. Deze hangen samen met sterke luchtstromingen op 5 tot 10 kilometer hoogte.
Lucht weegt niet veel, 1 liter lucht weegt 1,3 gram. Tel je de hele dikte van de dampkring mee, dan is het het toch een behoorlijk gewicht. Een luchtkolom in de atmosfeer heeft een gewicht en veroorzaakt daardoor een druk